Als u antistollingsmedicijnen slikt, moet u regelmatig naar de
trombosedienst. Daar controleren ze uw bloed. Een ander woord voor
antistollingsmedicijnen zijn bloedverdunners. De controle houdt in dat
zij regelmatig bloed bij u afnemen. Ze kijken naar de INR-waarde in uw
bloed. Hieraan kunnen ze zien of uw medicijnen helpen. De hoogte van de
waarde laat zien of de bloedverdunners goed werken. Ze gebruiken de
uitslag van het bloedonderzoek om de volgende dosering van het
antistollingsmedicijn voor u te bepalen.